herleving ouderlijk gezag (1 gevonden)

Dutch herleving ouderlijk gezag

Hier komen binnenkort vertalingen van deze zoekterm...

personen- en familierechtrecht (jeugdrecht) - verschijnsel dat gewezen echtgenoten die met elkaar hertrouwen weer het gezamenlijk ouderlijk gezag krijgen over hun minderjarige kinderen, als één van hen daarvoor het gezag uitoefende, tenzij één van hen onbevoegd is tot het gezag of daarvan is ontheven of ontzet, of het gezag samen met een ander dan de ouder uitoefent.


nadere verklaring ouderlijk gezag

Artikel 277 Boek 1 BW:

1. Indien de rechtbank overtuigd is, dat een minderjarige wederom aan zijn ontheven of ontzette ouder mag worden toevertrouwd, kan zij deze ouder op zijn verzoek in het gezag herstellen. Indien de niet met elkaar gehuwde ouders gezamenlijk het gezag willen uitoefenen, wordt het verzoek daartoe door hen beiden gedaan.
2. Indien bij gelegenheid van de ontzetting of ontheffing het gezag aan de andere ouder was opgedragen, belast de rechtbank de ontheven of ontzette ouder die alleen het in het eerste lid bedoelde verzoek doet, niet met het gezag, tenzij de omstandigheden na het nemen van de beschikking waarbij het gezag aan de andere ouder werd opgedragen, zijn gewijzigd of bij het nemen van de beschikking van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Artikel 253e van dit boek is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 253 Boek 1 BW:

1. Indien gewezen echtgenoten met elkaar hertrouwen dan wel een geregistreerd partnerschap aangegaan en onmiddellijk daaraan voorafgaande één der echtgenoten het gezag over de minderjarige kinderen uitoefende, herleeft van rechtswege het gezamenlijk gezag, tenzij een der echtgenoten onbevoegd is tot dit gezag of daarvan is ontheven of ontzet dan wel het gezag gezamenlijk met een ander dan de ouder uitoefent.
2. De echtgenoot voor wie het gezag niet is herleefd, kan de rechtbank verzoeken hem daarmede te belasten. Dit verzoek wordt slechts afgewezen, indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van de kinderen zouden worden verwaarloosd.
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing, indien door verzoening van de echtgenoten een scheiding van tafel en bed eindigt.
4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien gewezen geregistreerde partners die gezamenlijk gezag uitoefenden over het kind, opnieuw met elkaar een geregistreerd partnerschap aangaan dan wel met elkaar huwen.





Deel deze pagina met: